dinsdag 4 december 2012

Treurwilg

Treurwilgen. Treurwilgen zijn samen met Berken wel de makkelijkst te herkennen bomen van de wijk. Een boom met een witte bast is een berk en een boom met lange sliertige takken is een Treurwilg. Kan niet missen. Natuurlijk zijn er allerlei details aan een Treurwilg te zien: lange slanke blaadjes bijvoorbeeld en een grijsgroene stam met diepe groeven, maar ook zonder deze nadere beschouwing zijn deze bomen al op het eerste gezichte te herkennen. Waarom Treurwilg? Is deze boom ook echt sombertjes? Hoewel de takken en twijgen altijd naar beneden hangen, een teken van opperste ‘tristesse’, is de Treurwilg immer optimistisch gestemd. De blaadjes blijven heel lang aan de takken zitten, soms tot ver in december. De boom hoopt blijkbaar dat de winter een jaartje verstek laat gaan. De manlijke en vrouwelijke katjes zijn in maart of april altijd overvloedig aanwezig. Daar zouden heel veel kleine treurwilgjes van moeten komen. Nee dus. Toch blijft de Treurwilg katjes produceren, want hee, niet geschoten is altijd mis. Ook de groeikracht, hoe onpraktisch soms ook, houdt maar niet op. De takken schuren over de grond of hangen in het water, maar de treurwilg blijft doorgroeien onder het motto: ‘Never give up, never surrender’. Ook de kleur van de takken stemt vrolijk: nu in de winter lijkt een treurwilg altijd in het zonnetje te staan: die net-wel, net-niet kale twijgen zijn warm geel. Een vrolijke boom dus, ondanks zijn trieste naam. Gouden lokken? In de Latijnse naam Salix x chrysocoma vind je een verwijzing naar die geel gekleurde twijgen. Chrysocoma betekent ‘met de gouden lokken’. Salix is de klassiek Latijnse naam voor wilg. En dat extra x- je? Dat vertelt dat het geen van nature voorkomende soort is maar een kruising tussen twee soorten. Wie stonden er aan het wiegje van onze sympathieke wilg? De ouders van de Treurwilg zijn Chinese Treurwilg en de West-Europese Salix alba. De Chinese Salix babylonica is een vanuit China naar het Midden Oosten geëxporteerde treurwilg met groene twijgen. Linnaeus, de grote plantennaamgever, dacht abusievelijk dat dit de wilg was waarnaar wordt verwezen in Psalm 137. Ja, die psalm kennen wij allemaal, dankzij Boney M. Neuriet u maar even mee: ‘By the rivers of Babylon, there we sat down, yea we wept, when we remembered Zion.” En de psalm, maar niet Boney M, gaat dan verder: “We hanged our harps upon the willows thereof”.Een triest beeld waar Linnaeus dan ook de treurwilg prima in vond passen. Over de introductie in West Europa bestaat een mooi verhaal, Alexander Pope, de bekende Engelse dichter, zou in 1728 een twijg hebben losgepeuterd uit een mandje waarin hij vijgen cadeau kreeg. Deze twijg zou hij hebben geplant in zijn tuin en voila: de eerste Treurwilg in Engeland. Leuk verhaal maar onwaarschijnlijk, want hoewel wilgen bekend staan om de overlevingsdrang van hun twijgjes, getuigt dit voor een geschild, gestoomd en gedroogd twijgje van bijna bovennatuurlijk doorzettingsvermogen. De huisbaas van Pope, dhr. Vernon, importeerde spullen uit Turkije en gaf hem de stek waarschijnlijk cadeau. Hoe de introductie ook verliep, het was geen doorslaand succes. De Chinese wilg bleek niet goed bestand tegen de koude winters in West Europa. De Berlijnse kweker Ludwig Späth, jazeker dezelfde kweker als van de macho Els: Alnus Spaethii, kruiste de Chinese Treurwilg met een West-Europese wilg, de Salix alba. Het resultaat van deze kruising bleek een succes met een mooie treurvorm, goed bestand tegen kou en met een bonus, namelijk de mooie gele takjes. Waar staat dit kind van Chinees/Europese liefde met Berlijnse roots? Traditioneel staan wilgenbomen op vochtige grond, en Treurwilgen worden dan ook altijd aangeplant langs de rand van een vijver. Een paar van die luchtige bladerprieeltjes, elegant overhellend en spiegelend in het wateroppervlak, het is een cliché waar een Bouquetreeks schrijfster zich niet voor zou schamen. En de Afdeling Groen doet dat al helemaal niet. Kijk dus bij de Johannes Husvijver, waar een mooi exemplaar in een hoekje van de vijver staat. De twijgen die in het water hangen vormen kleine eilandjes van drijvend loof, waarin dit jaar een Meerkoeten echtpaar een nest heeft gehad. Een stukje verder staat een oude Treurwilg met een jonkie ernaast. Treurwilgen worden niet zo oud, tussen de 40 en 60 jaar, dus het is heel praktisch om nu alvast een stand-in klaar te zetten. De vijver op de hoek van de Romerolaan en de Kerkelandenlaan heeft ook zijn eigen Treurwilgen evenals de vijvers bij FC Victoria. Geheime tip: heb je konijnen? Die zijn gek op (treur)wilgentakjes en een Treurwilg kijkt niet op een twijgje meer of minder. Als je voorzichtig een twijgje plukt in deze donkere wintertijd: geniet dan ook even van dat denkbeeldige zonne-spotje dat op elke Treurwilg lijkt te staan. ‘Never give up, never surrender!’ Ja, ja die laatste woorden zijn een citaat uit de film 'Galaxy Quest'. Met Alan Rickman - meer hoef ik niet te zeggen.

1 opmerking:

Henriëtte zei

Ik zal mijn treurwilg (ooit geplant als stek, niet geschild, maar wél overreden door tenminste 1 trekker en verguisd achtergelaten op een bemodderd pad) voortaan Die Met Die Gouden Lokken noemen..dank voor je verhaal...groeten van de appelvrouw